Massaal digitaal in 2017 | over de visie voor de Digitale Overheid van minister Plasterk van BZK (blog PBLQ, 2013)

plasterk-bereid-zetelroof-pakken

Massaal digitaal in 2017. Dat is de ambitieuze doelstelling die het kabinet Rutte II heeft geformuleerd in het regeerakkoord en waarmee nu (eindelijk) een begin is gemaakt aan de hand van een visiebrief die minister Plasterk aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. De ontwikkeling van de eOverheid krijgt hiermee een nieuwe impuls.

De ambitie van dit kabinet om de dienstverlening van de overheid in 2017 geheel te digitaliseren is te prijzen, en te begrijpen in deze tijden van brede bezuinigingen. Voorgaande kabinetten hebben laten zien dat het aan ambitie inzake de eOverheid vaak niet ontbreekt.

Vele mooie plannen en voornemens sneuvelen echter vooral in de uitvoering. Zonder cynisch te willen zijn roept dit de vraag op waarom het nu wel zou lukken en dan nog wel binnen het (krappe) tijdframe van 2017.

Zeven adviezen:

In de eerste plaats, waak ervoor om als overheid te weten wat de burger of het bedrijf wil. De overheid heeft zich de afgelopen jaren een meester getoond in het denken en doen van binnen-naar-buiten. Nu wordt het omgekeerde gevraagd. Dat vereist een geheel andere aanpak. Lessen uit de open data-praktijk kunnen wellicht behulpzaam zijn.
Zorg voor een realistische prioritering. De Belastingdienst en de UWV hechten de komende jaren veel meer gewicht aan het (verder) digitaliseren van hun dienstverlening dan bijvoorbeeld de gemeenten, die ook nog eens majeure decentralisaties op het gebied van jeugd, zorg en arbeid te verwerken krijgen.
In de derde plaats, zorg voor duidelijk leiderschap en sturing. De huidige bestuurlijke driedeling in een eOverheid voor de ambtenaar (minister Blok), de burger (minister Plasterk) en het bedrijf (minister Kamp) is geen goede basis. Binnen het kabinet moet één bewindspersoon verantwoordelijk zijn voor de sturing op infrastructurele voorzieningen. Deze verantwoordelijkheid is inclusief de bevoegdheid om het gebruik van standaard voorzieningen desnoods af te dwingen.
De minister van Financiën is al vele jaren opvallend afwezig in het dossier van de eOverheid. Het ontbreken van heldere opvattingen over financieringsmodellen voor de eOverheid is het voorbije decennium misschien wel het grootste obstakel voor voortgang geweest.
Probeer eerst de regels te versimpelen, alvorens ze te digitaliseren. De belastingaangifte is zo gemakkelijk in het gebruik omdat de achterliggende regels grotendeels gezuiverd zijn van uitzonderingen, voorbehouden etc. en gebruik maakt van elders beschikbare gegevens.
Zorg voor investeringen voor reorganisatie van de back-office organisaties. Overheden moeten leren dat digitale dienstverlening de norm is, en niet de uitzondering. In diverse organisaties vraagt dit om aanpassing van procedures, bijscholing e.d.
Last but not least, Plasterk rekent zich rijk als hij denkt met “plug and play” van de huidige bouwstenen de digitale dienstverlening in te kunnen richten. In de praktijk zal blijken dat opschaling van deze bouwstenen naar miljoenen gebruikers niet eenvoudig is en nog het nodige extra ontwikkelwerk vergt. Ook de samenhangende inzet en gebruik van de verschillende bouwstenen is een forse uitdaging.
(deze blog is een bewerking van een artikel dat voor de AutomatiseringsGids is geschreven samen met prof. M. Thaens en mr. J. van Lunteren).