Voor een dubbeltje op de eerste rang? | over de “Minder Europa” benadering van het kabinet Rutte 2 (blog PBLQ, 2014)

 

Terwijl het Nederlands elftal succes viert met een efficiënte, op poldercatenaccio gebaseerde strategie, probeert onze regering iets vergelijkbaars. De Hollandse school in de EU, met Nederland als beste jongetje van de klas, is ingeruild voor ronduit defensieve benadering. “Minder Europa” is het centrale thema. Zoveel werd duidelijk tijdens de campagnes voor het Europees Parlement, nog eens dik onderstreept door de brief met het prioriteitenlijstje voor Europa van de minister-president, vlak voordat de stembussen opengingen.

Het 5-3-2- systeem van dit Nederlandse kabinet betekent in de praktijk een Europa (extra) light, minder regels (maar wel meer banen), minder geld naar Europa, minder Eurocommissarissen, en vooral: nationaal wat kan, Europees wat moet. Euro kritisch volgens de één, euro realistisch volgens de ander.

Van Gaal hanteert de hele-mens benadering, dit kabinet lijkt meer van de lege dop. Stel je wilt minder Europa. Is minder investeren in Europa dan de beste manier om dat te bereiken? Ik waag het te betwijfelen. Wie minder “last” wil hebben van Europa, zou juist meer moeten investeren in Europa, zeker nu de Nederlandse invloed, na alle uitbreidingen en bijbehorende nieuwe procedures voor besluitvorming, niet meer vanzelfsprekend is. Alle politieke en ambtelijke invloed is noodzakelijk om, in een vroeg mogelijk stadium, Europese voorstellen te laten sporen met Nederlandse belangen. Daarvoor is het nodig dat in Brussel de Nederlandse posities goed bezet, met de juiste coördinatie vanuit Den Haag.

Toch is minder investeren in Europa wat dit kabinet doet. Men roept om het hardst dat talentvolle ministers in Nederland niet kunnen worden gemist en men bezuinigt fors op EU-capaciteit op de ministeries. Ambtenaren in Den Haag moeten door alle bezuinigingen Europa er steeds meer “bij” doen, alsof de complexe structuur en werking van de EU geen specifieke expertise en kennis vereist.

Om een wrang voorbeeld te noemen: voor het aankomend EU voorzitterschap van Nederland, de eerste helft van 2016, wordt het beschikbare budget gehalveerd in vergelijking tot het voorzitterschap in 2004. Dat betekent dat Nederland willens en wetens gaat besparen op de mogelijkheden om de Europese agenda te beïnvloeden.

Voor een dubbeltje op de eerste rang. Het is te betwijfelen of deze strategie gaat werken. Ondertussen maakt Europa zich op voor een nieuwe beleidsperiode. De nieuwe voorzitter van de Europese Commissie is inmiddels bekend, andere hoge posten moeten nog worden ingevuld. Het zal me benieuwen welke Nederlanders waar terecht komen. Ik hoop oprecht dat we investeren in kwaliteit in Europa. Dat komt Nederland ten goede, ook als we minder Europa willen.