De afgelopen week zorgde een Zembla-uitzending ervoor dat de broedkamer voor het informatiegestuurd werken bij de belastingdienst stil komt te liggen vanwege een vermeend lek in de databeveiliging. Een item van RTL-nieuws diezelfde week laat ons volgende maand weer met het handje de stemmen tellen voor de landelijke verkiezingen, ook vanwege mogelijke beveiligingsproblemen met de software.
Als je het zo bekijkt, is het een absoluut wonder dat er binnen de overheid überhaupt digitale innovaties van de grond komen. De politieke angst voor fouten en missers lijkt na het rapport Elias dusdanige vormen aangenomen te hebben, dat bij iedere mogelijk probleem meteen aan de noodrem wordt getrokken.
Deze houding van de politiek mag dan risico’s uitsluiten, ze is op zichzelf echter ook een groot risico. Ze holt namelijk de innovatieve kracht van de overheid uit. Daarmee komt de kwaliteit en daarmee legitimiteit van het overheidsapparaat in gevaar. De ongekend snelle ontwikkelingen van de digitale technologie, denk aan big data, internet of things en blockchain, vereisen namelijk een overheid die in staat is om mee te veranderen, zowel in beleid als in organisatie.
In de eerste plaats moet de overheid sterk vernieuwen in beleid, om partij te zijn en te blijven in de nieuwe vraagstukken die de technologie opwerpt. De huidige rol en wetgeving stammen grotendeels uit de (bijna voltooide) verleden tijd. Zo moest laatst een zelfrijdend busje in Appelscha worden voorzien van ruitenwissers, omdat de bestaande regelgeving dat nu eenmaal voorschrijft.
In de tweede plaats wacht de overheid de nodige organisatorische veranderingen. Inzet van nieuwe technologie gaat namelijk grote gevolgen hebben voor structuren, processen en mensen. Te vaak wordt hierbij nog gedacht in termen van een groot ICT-project of iets vergelijkbaars. Dit is echter volstrekt achterhaald denken. De moderniseringsopgave die nu voorligt is veel complexer en ingrijpender, en raakt alle functies en disciplines binnen de overheid.
Van de bekende organisatie-adviseur Peter Drucker is de uitspraak: “the greatest danger in times of turbulence is not the turbulence, but to act with yesterdays logic”. De logica van gisteren kleeft nog sterk aan het denken en doen van de huidige politiek. Voor een debat en een visie over de digitale toekomst en de gevolgen daarvan voor samenleving en overheid is dit fnuikend. Wat dat betreft is ook de nieuwe StemWijzer slecht nieuws. Wie deze site bezoekt zal zien dat geen van de 30 stellingen ook maar iets te maken heeft met digitale innovatie. We zullen het voorlopig dus moeten doen met de logica van gisteren. De digitale angst regeert voorlopig door.